De staatssecretaris deed er vele weken over om vragen in de Tweede Kamer (Volt) te beantwoorden. Waarschijnlijk om weloverwogen ontwijkend te kunnen antwoorden
De meeste van 8 vragen gaan over het toepassen van de SMB-Richtlijn (Richtlijn 2001/42/EG). SMB staat voor Strategische Milieubeslissing, vrijwel een ander woord voor een "m.e.r.". Mede gelet op artikel 1 van de considerans van die SMB‐richtlijn is relevant: “In artikel 174 van het Verdrag is bepaald dat het beleid van de Gemeenschap op milieugebied, onder andere, dient bij te dragen tot het behoud, de bescherming en de verbetering van de kwaliteit van het milieu, de bescherming van de gezondheid van de mens en het behoedzaam en rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen en dat dit beleid dient te berusten op het voorzorgsbeginsel. In artikel 6 van het Verdrag is bepaald dat de eisen inzake milieubescherming moeten worden geïntegreerd in de omschrijving van het beleid en het optreden van de Gemeenschap, in het bijzonder met het oog op het bevorderen van duurzame ontwikkeling.”
De Staatssecretaris verwijst herhaaldelijk naar de Nederlandse overname hiervan, maar waarbij voor een Project met minder dan 20 windturbines geen SMB nodig is (zou zijn). Ze verzuimt daarmee te melden dat de Nederlandse regelgeving zo niet voldoet aan de SMB-Richtlijn.
Verder kijkt ze niet over haar horizon, door te stellen dat er (althans) vanuit de uitspraak Raad van State van 30 juni 2021 niets is gezegd over het ongedaan maken van rechtsgevolgen van vergunningen die op de foute Activiteitenbesluit Wijziging 2011 zijn gebaseerd. Achter de horizon, en zo genoemd in de vraagstelling, liggen arresten van 12 november 2019 (Commissie/Ierland, C 261/18, EU:C:2019:955) en 25 juni 2020 (Windturbines in Aalter en Nevele, HvJ EU, 25-06-2020, nr. C-24/19), waar de staatssecretaris voor het gemak maar niet op ingaat. Dit is een bekende truc : als het buiten Nederland gold, dan moet er eerst ook uit Nederland maar iemand naar de Europese rechter stappen, dat scheelt weer een aantal jaren. Dit burgeronvriendelijke gedrag is onbehoorlijk.
De status van RES 1.0 komt ook aan de orde op een ontwijkende manier. De staatssecretaris had er op moeten wijzen dat RES 1.0 geen enkele status heeft, want een gemeenteraad beslist wel over het bod aan het NP-RES, maar dat staat niet open voor bezwaar of beroep, want het is gewoon geen wettelijk voorgeschreven procedure, maar een speeloefening. Maar zo wilde de staatssecretaris dat nu ook weer niet kleineren. Het wordt voor de burger pas menens zodra een RES wordt omgezet in bijvoorbeeld een Omgevingsvisie. En de staatssecretaris laat na daarbij een m.e.r. toe te zeggen, en laat intussen anderen een mooi verhaal schrijven of het Verdrag van Aarhus (t.z.t.) goed is ingevuld. Ook hier had een fiere uitspraak in de zin van Aarhus en de SMB-Richtlijn gepast.
Het NLVOW heeft voorafgaande aan beantwoording bijgedragen in een "gesprek" dat de voorzitter van de Energietafel van het Klimaatakkoord als "verkenner" organiseerde over precies en alleen de gestelde Kamervragen. Onze inbreng is in het geheel niet doorgekomen naar de staatssecretaris. Het zal nodig geweest zijn om te kunnen noemen dat de staatssecretaris moeite heeft gedaan voor draagvlak of inspraak (Aarhus....).