De UVA heeft in opdracht van het ministerie van EZK hun rapport uit 2014 geactualiseerd. Hogere windturbines hebben zeker tot effect dat er een grotere waardedaling optreed.
Het persbericht van de VU:
17 december 2019
De woningprijsontwikkeling van woningen binnen een straal van 2 kilometer vanaf een grote windmolen (≥150m) blijft in de periode na 2011 met gemiddeld 5% achter ten opzichte van woningen waar geen windturbines in de buurt staan. Dit blijkt uit onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam en Universiteit van Amsterdam in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat dat vandaag is aangeboden aan de Tweede Kamer. In het algemeen stijgen de woningprijzen binnen een straal van 2 kilometer van windmolens minder hard dan elders, maar met name hogere windmolens blijken een negatief effect te hebben op huizenprijzen.
Universitair hoofddocent stedelijke economie Hans Koster over de onderzoeksresultaten die hij samen met zijn UvA-collega Martijn Dröes heeft gepubliceerd in het rapport Windturbines, zonneparken en woningprijzen: “We vonden vergelijkbare effecten met een eerdere studie, maar de afgelopen acht jaar is het effect sterker geworden. Daarvoor zijn twee mogelijke redenen aan te voeren: het heeft te maken met de hoogte van de windmolens of met veranderende perceptie van huishoudens. In de perceptie van windmolens zien we niet hele grote veranderingen – wel in de hoogte van windmolens.”
Hogere windmolens en effect zonneparken
Het onderzoek is door de VU en UvA uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat naar aanleiding van Kamervragen van verschillende politieke partijen over woningenwaardedaling en windmolens. Koster: “Wij hebben hier een aantal jaren geleden al een studie naar gedaan, maar hadden toen de beschikking over data tot en met 2011. Ons is door het ministerie verzocht om deze vraag breder te trekken en expliciet te kijken naar hogere windmolens die juist nu meer worden gebouwd. Naast windmolens hebben we ook gekeken naar het effect van recent gebouwde zonneparken op woningwaardes.” De uitkomst neigt naar een negatief effect van gemiddeld 3 procent binnen een straal van één kilometer. “Dat is aardig wat, alleen zijn er nog niet veel zonneparken en het aantal transacties in de buurt is zeer beperkt, dus de effecten zijn niet zo nauwkeurig. Daarom is terughoudendheid geboden over deze conclusie,” aldus Koster
Energietransitie
Het onderzoek is gedaan met behulp van grote huizenprijsdatasets van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Brainbay met duizenden transacties tussen 1985 en juni 2019. Locaties waar windmolens zijn, zijn door de onderzoekers vergeleken met locaties waar nog geen windmolens zijn gebouwd, maar wel met vergelijkbare ruimtelijke condities. Volgens Koster is het een belangrijk onderzoek, vanwege de impact van de energietransitie op de maatschappij. “Om te kunnen voldoen aan het Klimaatakkoord moet er veel wind en zonne-energie op land worden opgewekt. Die masten en zonneparken hebben effect op de leefomgeving. Daarom is het belangrijk om te zorgen voor een goede ruimtelijke inpassing in samenspraak met de omgeving. Dat goede ruimtelijke inpassing belangrijk is, blijkt ook uit protesten van omwonenden. Denk bijvoorbeeld aan de protesten in de Drentse en Groninger Veenkoloniën, waar windmolens zijn gepland. Dat suggereert dat er echt wat aan de hand is; dat mensen bezorgd zijn en dat ze die windmolens liever niet in hun achtertuin hebben. Dit geldt overigens niet alleen voor windturbines, maar ook voor andere ruimtelijke ingrepen, zoals de aanleg van snelwegen of stedelijke vernieuwingsprojecten.”