Waarom lapt de overheid in de windsector de veiligheid van omwonenden aan haar laars?
Blog 44 * 13 april 2016 - door Wouter Vogelesang
De overheid stelt regels voor veiligheidszones, maar de provincie houdt zich er niet aan “omdat historische rechten van bestaande vergunningen dit vereisen”
In Noord-Holland doet zich een zeer zorgelijke situatie voor. Pal langs een zevental windturbines – het Windpark Westeinde – loopt een gasleiding van ongeveer 1,20 m doorsnede, de hoofdtransportleiding naar het Verenigd Koninkrijk. Tevens staat er een bovengronds gasverdeelstation met een inwendige druk van 600 kPa. Om een indruk te krijgen over wat voor krachten we het hebben ter vergelijking de druk in een autoband die meestal 2 tot 3 atm is (in de nieuwe eenheid 20 tot 30 kPa).
In een gastransportleiding is die druk dus 30 keer hoger dan in een autoband. Dit geeft per meter transportleiding zo’n 70 ton als die druk vrij zou komen. Ontstaat er een beschadiging, dan scheurt mogelijk eerst de buis open en de druk blaast een gigantische hoeveelheid gas de ruimte in. Eén vonkje en de hele zaak staat in brand. Dit is nog niet alles: behalve die gasleiding ligt er ook nog een 10 kV stroomkabel naast het windpark.
Hierboven ziet u hoe ver het restant van een gesprongen gasleiding weg zou kunnen vliegen. Dat er alle reden is voor die bezorgdheid blijkt uit een ongeval bij Gellingen in België in 2004. Door een ongelukkige samenloop van
omstandigheden bij grondwerkzaamheden aan een gastransportleiding, ontstond er ernstige schade aan deze leiding. Bij de brand en de explosie die volgde, sloegen de vlammen 250 m hoog. De intense hitte had fatale gevolgen: 24 doden en 132 gewonden, waaronder 25 levensbedreigend. De hitte was dus buitengewoon intens.
In Noord-Holland ligt bij het windpark Westeinde net zo’n gasleiding van ongeveer gelijke afmetingen en druk.
Dit ongeluk zou de overheden, die voor onze veiligheid waken, moeten leren dat een grotere afstand tussen windturbines en gasleidingen nodig is. In Noord-Holland is deze les nog steeds niet geleerd. Hoe heeft dat nou zo kunnen ontstaan, vraag je je af als modale burger en technicus.
De geschiedenis begint in 2002, dus zo’n 14 jaar geleden. Dan vraagt een projectgroep voor het windpark Westeinde vergunning aan bij de toenmalige gemeente Anna Paulowna. De beoogde bouwer van de windturbines, de firma Lagerweij, gaat failliet en de bouwplannen lopen vertraging op. In 2003 geeft de Gasunie weer bekendheid aan haar bezwaren tegen deze plannen dat de geplande windturbines op een te korte afstand, ca 30 m, van de aanwezige gastransportleiding komen. De risico’s die hierdoor worden genomen, zijn onacceptabel, ook op basis van de regelgeving. Volgens de gemeente was de Gasunie te laat met het indienen van het bezwaar.
De gemeente deed dus niets met het signaal van de Gasunie. Het faillissement van de firma Lagerweij vertraagde de bouwstart en er kon geen gebruik gemaakt worden van de vergunning. De gemeente had op dat moment – op de hoogte van het gevaar en de risico’s – de vergunning nog kunnen intrekken en kunnen aanpassen op basis van de beschikbare nieuwe en essentiële informatie. Toen het na de vertraging wel tot bouw kwam in 2005, bleek tot ieders verrassing dat de turbines op andere plaatsen stonden dan volgens de vergunning was toegestaan. De afwijkingen waren tientallen meters groot, de grootste was maar liefst 78 m. Dit resulteerde dus in een bouwstop, maar uiteindelijk deed de gemeente voor de tweede keer niets.
Het windpark kent dus een geschiedenis met tal van incidenten. Volgens recente jurisprudentie betekent het van de vergunning afwijken met de plaatsing van de turbines zelfs, dat het park illegaal is en afgebroken zou moeten worden.
Terug naar de kwestie van de veiligheid. Voor de risicoafstanden van turbines tot gevoelige objecten als een ondergrondse gasleiding en het bovengrondse gasverdeelstation, zijn veilige afstanden vastgelegd. Destijds gold voor turbines een waarde gelijk aan de masthoogte (50 m) + 1/3 van de wieklengte (27 m). Dit is de zogenaamde HIZ (high impact zone) en deze bedraagt hier 59 m. Dit is veel meer dan de werkelijke afstand van 30 m. Tegenwoordig is de eis nog hoger: masthoogte (50 m) + halve rotordoorsnede (27 m) geeft een HIZ van 77 m.
Voor het gasverdeelstation bij de zeven turbines is de veiligheidsnorm voor de afstand tot een windturbine minimaal 400 m, maar de huidige afstand tot de windturbine blijkt nu 230 m te zijn. Het gat tussen de minimale veiligheidseisen en de situatie ter plaatse is dus sinds 2005 alleen maar groter geworden.
Bovenstaande luchtfoto bij Gellingen, genomen direct na het ongeluk, toont de gevolgen van de brand en de daarop volgende explosie. De afstanden op de foto geven aan hoever vanaf de krater de hitte de omgeving sterk heeft aangetast: de zogenaamde "house burning distance". Het gaat hier om de gevolgen van een brand en een heftige explosie van een gasleiding van ongeveer gelijke grootte en druk als de gasleiding bij het windpark Westeinde, waar bovendien ook nog een 10 kV stroomleiding naast ligt. Dit Belgische voorbeeld laat zien dat dit alles niet alleen een theoretische kwestie is. Recent nog brak er een wiek-tip af bij een van de gloednieuwe windturbine die nu in de Noordoostpolder wordt gebouwd. Gelukkig lagen daar naast de windturbines geen gasleidingen die geraakt konden worden.
Nu weer naar het heden. In 2014 vraagt het windpark Westeinde een nieuwe vergunning aan voor het vervangen van de bestaande turbines. Zo komt er een nieuwe ronde subsidies los. Ondanks de al sinds 2003 bekende risico’s en gevaren, verleent de gemeente Hollands Kroon zonder moeilijk te doen toch een vergunning want een windondernemer mag immers geen subsidies mislopen, lijkt de gemeente te vinden. Echter, intussen is de wet gewijzigd en is de gemeente voor een windpark met de omvang van het windpark Westeinde niet meer het bevoegd gezag, maar is dat de provincie Noord-Holland. Dan ligt de bal dus bij de provincie.
Op 15 december 2014 nemen Provinciale Staten een motie aan dat een gasleiding op 30 m afstand van een windturbine gevaarlijk is en waarin de Gedeputeerde Staten wordt opgeroepen “strak te handhaven bij gevaarlijke situaties en overlast gevende windturbines”. Bovendien is het nieuwe provinciale beleid dat windturbines op minimaal 600 m afstand moeten blijven van bebouwing. Alle reden dus voor de provincie om nog eens goed naar de situatie te kijken en in feite alle reden om de vergunning te weigeren. Dit niet alleen vanwege de gevaarzetting door de nabijheid van die gasleiding en het gasverdeelstation, maar ook omdat de turbines op andere plaatsen staan dan voorgeschreven is in de oorspronkelijke vergunning van 2002 waardoor het park dus illegaal is.
Echter niets van dit alles. Op 3 maart j.l. verleent de provincie een vergunning om de bestaande turbines te vervangen door nieuwe. Dit is dus de derde keer dat een overheid besluit niets te doen en dus niet te handhaven.
De NLVOW heeft zich de afgelopen tijd intensief met deze zaak bezig gehouden en de provincie meerdere keren gewezen op de gevaren, op het feit dat niet voldaan wordt aan de veiligheidsvoorschriften en op het feit dat het windpark volgens de huidige jurisprudentie illegaal is. Maar volgens de verantwoordelijke ambtenaren is er niets aan de hand en had de provincie juridisch geen andere keuze dan de vergunning te verlenen. Dit met de volgende redenering: “In dit specifieke geval waar de vervanging van dit bestaande windpark wordt uitgevoerd binnen de reikwijdte van het vigerend bestemmingsplan, wordt de aanvraag niet getoetst aan het handboek (risicozonering). Indien er schade zou ontstaan door een windturbine, en de vergunning is rechtsgeldig verleend, dan is de provincie niet aansprakelijk”. Let wel: het criterium is dus niet of er gevaar is voor omwonenden en of dat voldaan wordt aan de voorschriften, maar of de provincie bij een calamiteit al dan niet aansprakelijk kan worden gesteld! Dit is de wereld op z’n kop!
Samengevat: dit windpark is illegaal, het is gevaarlijk en moet dus weg.