Overslaan en naar de inhoud gaan

Overheid komt maar langzaam terug op een tunnelvisie wind op land: alles kan naar zee !

door Inhoudsbeheer12

https://www.nlvow.nl/actueel/hoe-staat-het-met-het-moratorium-wind-op-landTerwijl de Tweede Kamer, de Regering en ook de ambtenarij inmiddels hun best doen voor Wind op Zee, blijft het moeilijk loslaten van wat de Rijksoverheid zelf als de "geest uit de fles" heeft laten lopen: nu krijgen de ambitieuze wethouders en gemeenteraden zelf de schuld: "We hebben te maken met gemeenten die graag Wind op Land willen..."

In de trend dat RESsen steeds minder kiezen voor Wind op Land, ging het Ministerie EZK met een presentatie de boer op naar gemeenteraden, met een presentatie.

Kaartje bestaand gebruik Noordzee

Windalarm heeft op 11 stellingen van een rijkstopambtenaar commentaar gegeven, waarop de topambtenaar op zijn beurt zeer zwak reageert (Gemeente Barneveld 18 november 2021). Kan het deksel niet gewoon weer helemaal op de pot in plaats van schoorvoetend op smoren gelegd ?

Waarom schort de nieuwe regering niet gewoon alle Wind op Land eerst maar eens op ? De vragen rond beschikbare ruimte, hinder en leefomgeving geven aanleiding voor een moratorium voor Wind op Land. Daar lijdt het Klimaatakkoord en de transitiedoelstellingen niet onder, integendeel. Zie ons pleidooi met cijfers van de overheid zelf, in het Achtergronddocument van Windalarm.

 

Stelling EZK (vet) met reactie Windalarm:

 

Reactie EZK (Lennert Goemans):

 

1. Wind op zee: 49 TWh. Meer gebieden dienen te worden aangewezen.

Het is juist dat meer gebieden dienen te worden aangewezen. Dat is echter geen probleem. Er is ruim voldoende plek gereserveerd binnen het Noordzeeakkoord om aan de doelstelling 2050 te voldoen (50 GW). Het aanwijzen van gebieden kan binnen één jaar gebeuren. Zie hiervoor de recente kamerbrief van de minister rondom Extra opgave wind op zee.

Het Programma Noordzee is in de zomer ter visie gelegd en omvat nog niet de extra windenergiegebieden. In het Programma Noordzee zijn wel zoekgebieden geïdentificeerd om in een aanvullend ontwerp en (deels) middels een partiele herziening windenergiegebieden aan te wijzen met ruimte voor 27 GW. Maar die ruimte is er nu nog niet, daarmee kan dus nog geen routekaart worden vastgesteld en er kunnen dus ook nog geen vergunningen worden voorbereid. Inmiddels is het wel zo dat er een Kamermotie ligt die oproept tot aanwijzen van 10GW extra in 2030 en deze ambitie ook te realiseren. Hier geeft het Ministerie momenteel invulling aan.

2. Cijfers Wind/zon op land.

De indruk wordt gewekt alsof PBL en Martien Visser het over dezelfde gegevens hebben maar ieder een andere inschatting maken.  Het PBL heeft het hier over echter over haar inschatting van bestaande opwek + pijplijn + ambitie op basis van de stand in 2019 (zie de onderstaande tabel). Volgens PBL was er in 2019 tussen de 25,4 en 28,4 TWh van de 35 TWh doelstelling gehaald. Deze cijfers zijn een optelling van CBS cijfers (bestaande opwek) + pijplijn (gesubsidieerde en, voor wind, vergunde projecten, met correctie).  Martien Visser neemt alle cijfers van 2020 mee en komt dan (inmiddels) uit op 34,66 TWh. Daar heeft hij al een correctie naar beneden op toegepast die strenger is dan de correctie die het PBL voor 2019 heeft toegepast. Het doel wordt dus wel degelijk gehaald. Hoe dat berekend wordt is bovendien in het Klimaatakkoord vastgesteld om dit soort discussies te voorkomen. We kunnen daarom niet tussentijds de spelregels veranderen. Zie voor een verdere toelichting op onderstaande cijfers ons position paper “naar een wind-op-land moratorium”. PBL 2020, produktie minimum 60% zon en 99% wind  uit RESssen: 35 TWh per jaar. PBL 2021 ?

Het klopt dat PBL en Martien Visser op basis van andere gegevens tot een inschatting komen. Het PBL hanteert de gegevens tot 2020 en Martien Visser pakt 2020 erbij. PBL komt nog dit jaar (2021) met een update. De verwachting is dat de cijfers dicht bij elkaar zullen liggen. Alsnog is er dan sprake van inschatting dat het doel behaald wordt. Daarover wordt met Windalarm niet van mening verschilt. Waar Windalarm echter stelt dat het doel behaald is, houdt het ministerie nog de slag om de arm. Feit is dat er momenteel nog niet de 35 TWh aan het net wordt geleverd en dat de projecten met beschikking en/of een vergunning eerst nog gerealiseerd en aangesloten moeten worden. Met name de netcapaciteit en tijdige uitbreiding ervan is daarin een belangrijke onzekerheid. Netbeheerders hebben overigens wel aangegeven dat zij deze 35 TWh kunnen aansluiten. De voorspellingen stemmen optimistisch, maar de conclusie dat het doel behaald reeds is, feitelijk onjuist.

3. Het merendeel van de opgave 2030 komt al op zee (60%).

Dat het merendeel al op zee komt geeft alleen maar aan dat het een goed idee is om het op zee te doen. Het is als zodanig geen reden dat er niet meer bij kan. De overheid dient hierover een rationele afweging van belangen en kosten te maken. Wat betekent het indien bijvoorbeeld 65% op zee komt en minder wind-op-land. Er bestaat geen enkel onderzoek (Maatschappelijke Kosten Baten Analyse) waarbij iets meer op zee en niets meer erbij op land naast elkaar wordt gelegd. Terwijl dit nota bene is wat de meeste Nederlanders het liefs zouden willen zien op basis van de Klimaatraadpleging van de Universiteit van Delft. De overheid heeft niet eens de moeite genomen om te kijken of het kan. Daarmee ontbreekt gewoon de politieke wil en lijken er andere belangen te spelen.

Het proces waarin uiteindelijk is gekomen tot het Klimaatakkoord is veel breder dan één besluit op basis van één rapport en één afweging. Deze processen zijn langlopend en kennen meerdere besluitmomenten: - Wind op land heeft de langste aanloop gekend, resulterend in 6000MW als doelstelling in 2015; dat kunnen we niet zomaar terugdraaien; we kunnen eenmaal verstrekte vergunningen niet zomaar terugdraaien; dat zou veel desinvesteringen opleveren. - In 2013 is ook begonnen met een ambitie voor wind op zee (WOZ). In het energieakkoord stond een heel ambitieuze doelstelling met betrekking tot kostenreductie waarover vooraf onder veel deelnemers scepsis was. De praktijk heeft ons geleerd dat deze reductie gelukkig wel heeft plaatsgevonden. - Inmiddels was wind op land (WOL) goed op gang en begon ook zonpv steeds meer op te komen door de snelle kostenreducties en extra SDE middelen na 2015. Kortom: over de verduurzaming van onze elektriciteitsvoorziening is niet op één moment besloten. Omdat de sector zich gaandeweg ontwikkeld heeft is het beleid gericht op werkenderweg leren en bijsturen vanuit de belangen CO2 reductie, betaalbaarheid en leveringszekerheid. Dit laat onverlet dat naar de toekomst toe inderdaad meer wind op zee een eventuele mogelijkheid zou zijn. Zie hiervoor ook de reactie annex 3 punt 1.

4. Er is een Noordzeeakkoord (niet ondertekend door de visserij), maar nog geen aanvullende windenergiegebieden.

De visserij wordt met 120 miljoen gecompenseerd. De totale economische schade voor de visserij is 1.5 miljoen Euro per jaar in 2030 voor de klimaatakkoorddoelstelling van 49 TWh wind-op-zee. De stroomopbrengst is 1,9 miljard Euro per jaar. De vissers willen permanent in een onderhandelingspositie zitten om er nog meer uit te halen. Dat kan een reden zijn dat ze niet getekend hebben. Is verder ook niet relevant. De inwoners van Nederland zijn niet eens uitgenodigd aan de klimaattafels (of Noordzeeakkoord), laat staan dat ze het klimaatakkoord en de afwegingen die daar gemaakt zijn onderschreven hebben. Het belang van ongeveer twee vissers (omzetschade 1,5 miljoen per jaar) wordt hier hoger geacht dan het gemeenschappelijke belang van inwoners in bij elkaar (gezondheid, overlast, landschap, ruimte voor woningen). Binnen het Noordzeeakkoord is ruimte voor 51 GW geschapen (zie annex 1 en pagina 19). Het aanwijzen van gebieden kan binnen één jaar gedaan worden (zie onderstaande brief minister aangaande extra opgave wind-op-zee).

Windalarm kleurt in haar reactie een belangenafweging in. Deze inkleuring wordt niet door EZK onderschreven. Hetgeen gepresenteerd wordt door Windalarm ook niet in twijfel getrokken.

5. Klimaatakkoord en NOVI: “na 2030 vooral groei door middel van wind-op-zee (scenario’s geven aan tot 72 GW”.

Zowel het Klimaatakkoord als de NOVI (Nationale Omgevingsvisie) geven aan dat na 2030 (dus na het halen van de huidige 35 TWH doelstelling zon-en-wind-op-land) verdere groei van de elektriciteitsproductie vooral door wind-op-zee moet plaatsvinden. Dat kan dus ook nu al (buiten het gegeven dat de 35 TWh doelstelling reeds is gehaald). Het scenario met 72 GW gaat uit van een situatie waarbij Nederland al zijn energie zelf produceert zonder import van stroom of waterstof. Daar is geen enkele reden voor (Nederland is een open economie) en dat is duurder dan de energievoorziening binnen een Europese context te regelen. Dat laatste is ook staand beleid van TenneT (veel extra kabelverbindingen met het buitenland staan in de planning) en de Europese Commissie, die windenergiegebieden op zee met elkaar wil verbinden. Dan hebben we volgens de datzelfde overheidsscenario’s met 40-42 GW wind-op-zee genoeg. Maar zelfs voor 72 GW is er voldoende ruimte (12% van NL Noordzee). De hele Noordzee kan als het moet alle energie van de hele wereld produceren.

Windalarm ziet de scenario’s als keuzemogelijkheden over hoe ons energiesysteem in er uit kan zien. Dit terwijl de door de netbeheerders opgestelde scenario’s enkel hoekpunten van een mogelijk toekomstig energiesysteem vormen, deze zijn niet opgesteld om uit te kiezen of naar te streven. Anders dan Windalarm suggereert gaat elk scenario bovendien uit van import en export van stroom. Elektriciteit opereert immers in een internationale markt. Verder trekt Windalarm in haar reactie hetgeen gepresenteerd niet in twijfel. Wel wordt in de reactie een inkleuring gegeven die niet door EZK wordt onderschreven.

6. Op zee zijn andere belangen.

Op land zijn veel meer andere belangen (…). Er is voldoende ruimte op zee. De genoemde 42 GW zal nog geen 7 % van het Nederlandse deel van de Noordzee beslaan. Met alle andere belangen samen komt men op 50 % van de zee, waarbij men niet uitgaat van meervoudig ruimtegebruik is. Dat is er in de praktijk wel. Natuur onder water (20 % van de Noordzee) gaat bijvoorbeeld goed samen met windturbines. Tussen turbines kan gevist worden zolang 50 m afstand wordt gehouden. Zie hier een link naar de overheidswebsite waarin de overheid aantoont dat er op zee voldoende ruimte is: https://windopzee.nl/onderwerpen/wind-zee/hoeveel-ruimte/

Wederom trekt Windalarm in haar reactie hetgeen gepresenteerd niet in twijfel. Uiteindelijk zal een belangenafweging moeten plaatsvinden tussen alle functies op de Noordzee. Deze afweging zal plaatsvinden in het Programma Noordzee. Momenteel wordt gewerkt aan een partiele herziening van het programma dat in de zomer (zie punt 1) ter inzage lag. Conform de eerder aangehaalde Kamermotie wordt daarin ook extra ruimte voor windenergie opgenomen.

7. Netaansluitingen kennen in toenemende mate complexe inpassingsvraagstukken.

Hier wordt wind-op-zee aanlanding bedoeld. Er is een discussie over een kabel die via Schiermonnikoog moet lopen. Dit werd genoemd door de heer Lennert Goemans (EZK) toen hij op dit punt duidde in een discussiebijeenkomst. De kabel die wellicht via Schiermonnikoog zal lopen zal een capaciteit van 2 GW hebben. Dat is bij 5000 voltijdsuren, 10 TWh stroom per jaar. Dat is een equivalent van 3 GW capaciteit wind-op-land. Dat zijn 660 Windturbines van 4,5 MW. De inpassingsproblemen, kosten en negatieve schade en risico’s zijn voor dezelfde hoeveelheid windstroom op land vele malen groter, zo die inpassing überhaupt al mogelijk zou zijn. Je mag van de overheid in deze een objectieve afweging verwachten van beide scenario’s: wind-op-land en wind-op-zee. Beide hebben uitdagingen en kosten aangaande netinpassing. Door de problemen van wind-op-zee uit te vergroten en die van wind-op-land te negeren ontstaat de indruk van het zoeken van argumenten bij beleid in plaats van het baseren van beleid op basis van argumenten.

Windalarm bevestigt hetgeen gepresenteerd, namelijk dat de inpassingsproblematiek op zee én op land complex is.

8. 35 TWh is reflectie van ambitie gemeenten en provincies.

Dat is correct. Het is een reflectie van de ambitie van de gemeenten en provincies. Binnen het klimaatakkoord had al gekozen kunnen worden voor een moratorium tot wind-op-land. De eerdere stelling van de overheid dat dit nodig was omdat 11,5 GW op zee in 2030 het maximaal haalbare zou zijn is inmiddels door de feiten achterhaald. De overheid is immers sinds april 2021 officieel voornemens de doelstelling met 10 GW in 2030 op te hogen. Hoezo is die ruimte er nu opeens wel en in 2019 bij het tekenen van het klimaatakkoord niet?  Zon moet uiteraard wel op het vaste land (bij voorkeur op dak) maar voor wind is er vanuit nationaal perspectief een alternatief. De nationale omgevingsvisie en tal van andere overheidsbeleidstukken geven vanaf nu de voorkeur voor wind-op-zee boven wind-op-land. De overheid moet hier eerlijk zijn. Veel gemeenten en provincies denken namelijk dat de ambitie een verplichting is van de nationale overheid en dat er geen alternatieven zijn. Diezelfde nationale overheid stelt dat meer wind-op-land voortkomt uit de ambitie van lokale overheden (zie annex 1) terwijl de lokale overheden stellen dat de ambitie opgedragen is vanuit de nationale overheid. Niemand neemt verantwoordelijkheid.

 

Windalarm geeft geen weerlegging van hetgeen gepresenteerd.

9. Extra vraag tot 2030, 15-45 TWh elektrificatie.

De minister heeft aangegeven dat hij daarvoor binnen een jaar ruimte op zee voor gaat aanwijzen (zie hierboven onder punt 4). Daaruit blijkt dat er voldoende ruimte op zee is. De bandbreedte geeft ook aan dat de ruimte op zee schaalbaar is. Het kan wellicht ook 50 TWh of veel meer worden indien er voldoende vraag is. Indien de 45 TWh extra al het maximum zou zijn wat er nog bij kan dan is het logisch om eerst op zee het maximale te doen en daarna pas weer te kijken naar wind-op-land. De kans dat we reeds in 2030 daadwerkelijk de extra 45 TWh nodig hebben is namelijk vrij klein omdat daarvoor de kosten van opslag (waterstof) sterk moeten zijn gedaald en er een enorme electrificatie slag moet gaan plaatsvinden . Indien de 45 TWh daadwerkelijk nodig blijkt te zijn en er echt niet meer ruimte is op zee kan men altijd nog naar land uitwijken. Het is echter logisch daar te beginnen waar de maatschappelijke kosten het laagst zijn.

Windalarm geeft geen weerlegging van hetgeen gepresenteerd.

10. Verhoging CO2 reductiedoel, nog meer wind-op-zee.

Hier wordt de indruk gewekt alsof er bovenop de al voorgestelde 15-45 TWh er nog meer wind-op-zee zou moeten. Deze 15-45 TWh zijn echter al een (ruime) invulling van het doel om van 49 naar 55 % CO2 reductie te gaan. Daarnaast is er al ruimte gemaakt op de Noordzee voor 51 GW (dat is bij 5000 voltijdsuren 225 TWh wind-op-zee in 2030). Voor de 55 % CO2 reductie is een totaal van 120 TWh extra duurzame opwek nodig. Dat betekent dat er nog 120 TWh – 35 TWh (land) – 49 TWH (zee) = 36 TWh extra bij moet komen bovenop het klimaatakkoord. De 45 TWh extra is dus ruim voldoende. Daarnaast komt er natuurlijk tot 2030 nog heel veel extra zon bij (bovenop dat wat er nu reeds is of in de planning staat).

De cijfers van Windalarm geven niet het volledige beeld. De extra opgave heeft alleen betrekking op de extra vraag uit industrie en datacenters. De aanvullende extra vraag vanuit de gebouwde omgeving en mobiliteit moeten daar nog bij opgeteld worden. Deze laatste twee zijn nog onzekere factoren.  Aanvullend heeft de Europese Commissie het pakket “fit for 55” vastgesteld. In dit pakket wordt voorzien in een hernieuwbare energie doel van 40% in 2030 voor geheel Europa. Het is nu nog onvoldoende bekend wat de consequenties zijn voor de opgave van hernieuwbare elektriciteit in 2030.  Al met al is de stelling van Windalarm dat de maximaal 45 TWh voldoende zou zijn voorbarig.

11. Wind en zon op land zijn nu nog het goedkoopst.

Zon-op-land is nu zeker niet goedkoper dan wind-op-zee. De onderstaande tabel komt uit de presentatie van het ministerie van EZK voor de gemeenteraad van Amsterdam. Grootschalige zon-op-land is stukken duurder, en zal pas in 2030 de prijs van wind-op-land evenaren. Maar er moet bij meer wind-op-zee wel degelijk ook veel meer zon bijkomen voor een juiste balans. Dus ja volop inzetten op zon (bij voorkeur op dak). Voor wat betreft wind mogen we kijken naar de prijs in 2030. Dat is immers de doelstelling van de RES / klimaatakkoord. Ook wind-op-land projecten hebben een lange doorlooptijd. De aanlandingskosten voor wind-op-zee worden door TNO geschat op 1 cent per KWh. Onze berekening (zie dit alle wind kan naar zee position paper, hoofdstuk 4.4) laat zien dat alleen aan de kust wind-op-land goedkoper is dan wind-op-zee omdat het daar harder waait dan in het binnenland. Verder pleiten we voor een integrale maatschappelijke afweging en dient men bij wind-op-land ook woningwaarde daling, opportunity costs, overlast, etc mee te nemen. Een vergelijking tussen enerzijds het een beetje verhogen van de al grote wind-op-zee doelstelling en geen verdere groei wind-op-land heeft nooit als beleidsoptie op tafel gelegen. Wij wensen dat die 2 opties eerlijk langs elkaar worden gelegd en dat dan op basis van een maatschappelijk debat de politiek een keuze maakt. Nu is de keuze gemaakt aan de klimaattafels en worden er argumenten bij gezocht en uit hun verband getrokken.

De presentatie voor gemeente Barneveld is een andere dan de eerdere presentatie voor gemeente Amsterdam, waar annex 3 uit het document van Windalarm op is gebaseerd. In de presentatie voor Barneveld is aangegeven dat zon op land de duurste optie is. Dit laat onverlet dat de hoofdboodschap in beide presentaties gelijk is: wind op zee is nu nog duurder dan wind op land. Naar alle waarschijnlijkheid zal dit in de (nabije) toekomst wel veranderen. Verder doet Windalarm een oproep om met elkaar kritisch na te denken over de vervolgdoelen. Hoe deze vervolgdoelen worden gevormd is aan het volgende kabinet. Daar kan nu nog niet op vooruit worden gelopen.

Bestanden
Categorie