Overslaan en naar de inhoud gaan

Doneer

Wij zijn toegewijd aan een eerlijke energietranistie.  Daarom voert NLVOW met anderen Europa  wij bij het Europese Hof voor u en onze leden een aantal rechtszaken. Zie NLVOW in Europa | NLVOW en www.windeu.org . Deze rechtzaken kosten veel meer dan wij met tientjesleden kunnen dekken. We hebben dringend de steun nodig van onze gemeenschap. Een crowd-funding dus, wij zijn afhankelijk van kleinere en van grote bijdragen !
Uw bijdrage is erg nodig en wordt zeer gewaardeerd. Dank u voor uw steun!

De factsheet van het RIVM schiet ernstig tekort

door Inhoudsbeheer13

9 oktober 2025

Deze Blog biedt een analytische reactie op de factsheet van het RIVM. De reactie bestaat uit twee delen: "Deel I: Analyse van de samenvatting van de factsheet" en "Deel II: Analyse van de factsheet als geheel". Daarbij is het tweede deel een technisch inhoudelijke analyse. Beide delen zijn samengevoegd in een PDF die onderaan deze pagina is te downloaden. Als tekst voor deze pagina is Deel I gebruikt en deze tref je hieronder aan. Voor diepe inhoudelijke analyse van het factsheet als geheel, scrol naar beneden en download de PDF.

 

De factsheet Gezondheidseffecten van Windturbinegeluid van het RIVM hoort de wetenschappelijk verantwoorde basis te geven die moet leiden tot aanvaardbare en gezondheidsbeschermende geluidsnormen. Deze analytische reactie is om uit te leggen dat de mensen die de factsheet van het RIVM bestuderen fundamenteel op het verkeerde been gezet worden.

De factsheet van het RIVM is te vinden via: https://www.rivm.nl/documenten/windturbines-en-gezondheid ; zie ook [1] in de literatuurlijst aan het einde.

Maar volg dat niet door het gebruiken van de aangegeven links, want dan blijf je gewoon op dezelfde pagina. Gebruik dit door middel van de downloadmogelijkheid van de PDF van de factsheet die je vind helemaal onderaan de pagina op de website van het RIVM.

Het lijkt erop dat het RIVM, dat op dit thema erg gesloten en defensief is, deze factsheet uit het zicht wil hebben. Kan gebeuren zou je zo zeggen, maar aangezien lang niet alle informatie de toets der kritiek kan doorstaan ontstaat er wel de nodige twijfel.

Gezien de enorme belangen die op het spel staan, met vooral de mogelijk vergaande gevolgen voor de gezondheid van de vele huidige en toekomstige omwonenden van windturbines, is dit iets om ernstig over na te denken.

De factsheet wordt ook gezien als de belangrijkste informatie voor GGD'en, gemeenten en raadsleden. Het RIVM zegt zelf: Deze factsheet is opgesteld in opdracht van Expertise-netwerk Windenergie op Land (BZK) en is bedoeld om GGD’en, gemeenten en raadsleden te informeren over de gezondheidseffecten van windturbines. De praktijk is dat bestuurders en belanghebbenden alsmaar geheel of ten dele terugvallen op deze informatie, omdat het RIVM gezaghebbend zou zijn. Veel toegankelijker en meer diepgaande informatie van de medische artsen site windwiki wordt uit het zicht gehouden door diezelfde bestuurders en belanghebbenden. 

Ter illustratie het onjuiste centrale feit uit de factsheet en ook het feit dat daarmee conflicteert zonder dat het uitgediept wordt:

 

Deel I: Analyse van de samenvatting van de factsheet 

Voor de factsheet is de samenvatting het kerngedeelte, daarom gaat dit deel alleen hierover.

De samenvatting bevat een aantal puntsgewijs gegeven statements of feiten. Deze worden gezien als de weergave van het belangrijkste op dit aangegeven gebied. 

Hier zijn de volgende statements van belang. Men hoort ze vaak in allerlei publieke discussies.

  1. Het aandeel laagfrequent geluid en infrageluid van windturbinegeluid is vergelijkbaar met dat van andere alledaagse bronnen, zoals verkeer.
  2. Kenmerkend voor windturbinegeluid is het zwiepende, zoevende en stampende karakter. Dit noemen we de amplitudemodulatie.
  3. Windturbinegeluid is ’s nachts beter te horen, omdat het geluid van andere bronnen dan juist wegvalt.
  4. De Nederlandse wetgeving kent geluidsnormen voor windturbines van 47 dB Lden (jaargemiddelde geluidniveau voor het etmaal op de gevel) en 41 dB Lnight (jaargemiddelde geluidniveau voor de nachtperiode op de gevel).

Met name feit A klopt niet, terwijl dit feit van de samenvatting als een vanzelfsprekendheid gepresenteerd wordt en eenvoudig door deskundigen weersproken zou kunnen worden.

Het aandeel laagfrequent geluid en infrageluid van windturbinegeluid is dus niet vergelijkbaar met dat van andere alledaagse bronnen, zoals verkeer!

Verkeer, treinen en vliegtuigen kennen geen ritmisch geluid in de vorm van de amplitudemodulatie zoals dat bij windturbines wel het geval is. Buiten dat komt het geluid van verkeer en treinen ook nog eens vanaf de grond en dat van windturbines van veel grotere hoogtes, zodat dat niet snel gehinderd wordt door obstakels. Bij windturbines is er ook nog eens een ritme van ongeveer 1 keer per seconde (1 Hz) en dat gaat vaak dagen en nachtenlang door. Als er zorgvuldig ongefilterd gemeten zou worden, zouden de patronen en de grote sterkte direct geconstateerd kunnen worden, maar dit gebeurt nergens in de door het RIVM gegeven informatie.

Ten onrechte wordt er voortdurend een vergelijking gemaakt met alledaagse bronnen, waarbij die sterkte van het geluid, gedefinieerd als geluidniveau, enkel en alleen in dB(A), dus gefilterd met het A-filter, gemeten wordt. Een behoorlijk deel van het geluid wordt daarmee deels, zoals bij laagfrequent, of zelfs geheel, zoals bij infrageluid, buiten beschouwing gelaten. Bij filtering van geluid in het algemeen gaat het niet meer over het hele spectrum.

In feite geeft het volgende statement (B) in de samenvatting de kritiek op statement A al aan!

“Kenmerkend voor windturbinegeluid is het zwiepende, zoevende en stampende karakter. Dit noemen we de amplitudemodulatie”.

Let op: amplitudemodulatie (AM) is een veel breder begrip dan alleen dat wat we kunnen horen. AM is, algemeen gezegd, het wijzigen van de amplitudes van de afzonderlijke trillingen met een bepaald ritme. En dat kan betrekking hebben op elektrische, elektromagnetische of mechanische trillingen. In het laatste geval dus geluidstrillingen over het hele spectrum. Elk afzonderlijk gedeelte kan gezien worden als een combinatie van een diversiteit aan oorspronkelijke trillingen. Behalve dat één turbine al meerdere geluidsbronnen in zich heeft, zullen er bij een cluster van windturbines nog meer belangrijke bronnen zijn. Trillingen van diverse windturbines zullen woningen vanuit diverse afstanden en richtingen tegelijk bereiken en daar interfereren. Het betekent niet alleen dat hoorbaar hard en zacht geluid elkaar in een tijdelijk constant ritme zal afwisselen, maar ook dat zowel de mate van afwisseling, de zogeheten modulatiediepte, zal variëren, alsook dat het ritme qua frequentie en sterkte met de variërende wind mee voortdurend zal veranderen. Mensen blijken extra gevoelig te zijn voor dit soort afwisselingen. 

Het geluid dat we goed kunnen horen is dus het gevolg van de AM die bij windturbines optreedt. Het is niet terecht, om op basis van dit kenmerk te stellen dat we dit om die reden AM moeten noemen. Het ritme zelf is als geluid niet hoorbaar, maar dat is het wel indirect via het hoorbare geluid. Veel mensen zijn ‘s nachts extra gevoelig voor ritmische geluiden, die helemaal niet sterk hoeven te zijn en toch snel als storend ervaren worden. Denk hierbij aan een druppelende kraan, die je niet uit kunt zetten met als bijkomend verschijnsel dat het druppelen dan weer harder en dan weer zachter gaat en ook nog eens dan weer langzamer en dan weer sneller gaat. 

En de basis voor de AM is de frequentie waarmee de wieken de mast passeren. De zogeheten passeerfrequentie. Deze ligt in de buurt van 1 Hz.

AM was al heel lang bekend in de elektrotechniek. Daar worden met name in de radiotechniek meerdere signalen met verschillende frequenties en amplitudes tegelijkertijd samengebracht met als gevolg een AM met specifieke eigenschappen en de amplitudemodulatie frequentie (AMF) als basis. Deze wordt voor specifieke toepassingen ook steeds weer gefilterd en ontleed in afzonderlijke signalen.

Het RIVM geeft dus wel de genoemde kenmerken van windturbinegeluid, maar verbindt daar geen natuurwetenschappelijk logische conclusies aan! 

AM van windturbines komt bij verkeerslawaai, vliegtuigen en treinverkeer in de verste verte niet voor. Het zijn dus appels en peren als je die geluidsbronnen wilt vergelijken of zelfs optellen. In het vervolg kom ik hier nog uitgebreider op terug. 

En ook het volgende gegeven feit (C) duidt op een verschijnsel dat in principe niet geldt voor verkeerslawaai en dergelijke. Het behoort juist daarom veel meer en nadrukkelijker aandacht te krijgen. “Windturbinegeluid is ’s nachts beter te horen, omdat het geluid van andere bronnen dan juist wegvalt”.

Als het om de nacht gaat is het niet alleen zo dat andere geluidsbronnen dan wegvallen, maar ook dat er dan belangrijke specifieke atmosferische eigenschappen zijn. Er wordt dan vaak meer geluid opgewekt en het verspreidt zich beter waarneembaar en verder in de ruimte. 

Niet in de laatste plaats gaat het dan om de periode in het etmaal waarop mensen plegen te herstellen van de inspanningen overdag. De nacht is cruciaal voor het behoud van de 

gezondheid van mensen. Daarom had het hier ook zeker als een belangrijk feit benoemd moeten worden. 

Tenslotte in deze belangrijke feiten uit de samenvatting noem ik statement D:

“De Nederlandse wetgeving kent geluidsnormen voor windturbines van 47 dB Lden (jaargemiddelde geluidniveau voor het etmaal op de gevel) en 41 dB Lnight (jaargemiddelde geluidniveau voor de nachtperiode op de gevel)”.

Grote kritiek hierbij is dat het geluidsnormen zijn, die om te beginnen internationaal gezien afwijken van benaderingen die veel meer gangbaar zijn. Alleen in Nederland en Noorwegen wordt daardoor anders aangekeken tegen de ervaren ernstige hinder van omwonenden. Bijna elk ander land kent vooral afstandsnormen als de belangrijkste indicatie voor bescherming van omwonenden. Vervolgens blijkt in de praktijk handhaving van deze norm al niet goed mogelijk. 

Maar nog fundamenteler gaat het enkel en alleen om metingen van waarden in dB(A) met het A-filter. Door dit niet eens expliciet als feit in hun statement te vermelden kan hier rechtstreeks van misleiding gesproken worden. Het veel energierijkere infrageluid en laagfrequent geluid wordt niet, zoals bij infrageluid of maar gedeeltelijk, zoals bij laagfrequent geluid, meegewogen. Het moet dan niet alleen gaan om wat gehoord kan worden met het A-filter, maar ook om wat gevoeld kan worden en/of wat onze organen daarvan meemaken.

Wat wij als mensen ervaren is het hele lineaire, ofwel ongefilterde, geluidsniveau. Dit gaat in decibel (dB) en als er gefilterd gemeten wordt moet dat duidelijk worden aangegeven en dat gebeurt hier niet. 

En dit, terwijl ook al in het eerste van de bovenstaande genoemde feiten, in bagatelliserende zin en vooral ten onrechte, aangegeven wordt dat het aandeel infrageluid en laagfrequent geluid niet anders is dan van verkeerslawaai.

De drie voorwaardelijke benaderingen

In analytisch brede zin constateer ik dat het in het geheel van de factsheet in belangrijke mate ontbreekt aan de volgende 3 voorwaardelijke benaderingen. 

  1. De natuurwetenschappelijk juiste benadering op basis van technisch meetbare grootheden en gekoppeld aan de intentie: volg het spoor Dus zoek de oorzaken, richt je op de belangwekkende aanwijzingen en gebruik logica.

    Dan moet het in dit verband in elk geval gaan over de opwekking en gevolgen van mechanische trillingen. Hoe gaat de verspreiding en wat is de uitwerking op de leefomgeving? Ga dus onderzoeken en meten met toereikende microfoons! Let vooral op onverwachte rare en mogelijk nare verschijnselen! 

    Begin met wat anderen, met de juiste specialisaties op dit gebied, gemeld hebben of kunnen melden en ga zelf meten in belangrijke situaties. Die anderen zijn meestal al lang bekende wetenschappers. Zo kom je tot toenemende kennis en inzicht.

    We kunnen bij lezing van de factsheet snel zien dat er bewust vermeden wordt om deze benadering in samenhang met belangrijke omstandigheden te noemen, laat staan beter in de beschouwingen te betrekken. 

  2. De benadering met aandacht voor en het juiste begrip van al het mechanische geluid, gekoppeld aan het AM-karakter daarvan, in combinatie met de nacht als rust- en herstelperiode voor mens en dier. 

    Behalve oog voor de metingen die noodzakelijk zijn aan de menselijke kant is er onder deze noemer ook des te meer aandacht nodig voor de juiste meetapparatuur. Het gaat steeds om betrouwbare metingen met oog voor de mogelijkheden en beperkingen. En dat moet gekoppeld worden aan de belangrijke en bijzondere nachtelijke atmosferische eigenschappen. Doen alsof verkeerslawaai en dergelijke vergelijkbaar is, is alleen hierdoor al niet op zijn plaats.

  3. De benadering met oog op de enorme schaalvergroting van windturbines in de laatste decennia. Natuurlijk moet deze gericht zijn op de bijbehorende gevaren en de wel en niet meetbare consequenties voor de effecten op de leefomgeving. 

Iedere ontwikkelaar van technologie weet dat schaalvergroting een moeizaam proces is met niet alleen belangrijke verwachte grootheden die moeten veranderen, maar ook met alle belangrijke onverwachte zaken die op kunnen treden. Bij de windturbines moet de overheid waken voor gezondheid en veiligheid en kan niet blind vertrouwen op inschattingen op basis van modellen van 20 jaar geleden of meer. 

De gehanteerde modellen zijn zeker niet bedoeld voor windturbines en alleen daarom al niet voldoende onderbouwd.  Zo lijken windturbines bij schaalvergroting steeds minder op een puntbron. En ook wordt door de grotere hoogtes van de bronnen, de steeds grotere bolvormige verspreiding niet gedempt door de bodem. Beide effecten worden in meetprogramma’s nog steeds wel verondersteld.

Categorie