Waait het ’s nachts harder dan overdag ? Betekent dat wat voor de netcongestie of de voorziening ? Het antwoord is dat Windenergie op Land daarbij niet behulpzaam is, in tegendeel. Als in een RES gekozen wordt voor combinatie van wind en zon, is de zogenaamde onderlinge aanvulling geen goed argument. Het is niet goed mogelijk windenergie bij huishoudens op te slaan over meerdere windarme dagen. Beter is het de bijna zekere energie uit Zon bij de huishoudens zelf op te slaan voor overbrugging van de nacht.
De vraag naar Elektriciteit varieert over de dag, met des nachts minder vraag, pieken rond 09:00u en 18:00u en daartussenin een hoge dagvraag. Ook bekend is de afhankelijkheid van de weersomstandigheden en de geometereologische situatie in Nederland. Daardoor kennen de bronnen Zon en Wind (op land en op zee) een grote variatie in produktie. Zon is middernacht geheel nihil, en geeft ’s zomers een hoge piek, terwijl in de winter bij bewolkt weer vrijwel geen produktie wordt geleverd. Maar ook Wind geeft grote variaties gaande van windstille dagen tot stormdagen, en de weersfronten komen op slecht voorspelbare daggedeelten langs, zodat een storm in de nacht de ochtend kan wegvallen, om in de middag weer op te komen en omgekeerd.
Gemiddeld levert Wind overdag meer produktie dan ’s nachts. Een en ander is te zien bij bladeren door de dagen op www.energieopwek.nl.
Ook van die site heeft Martien Visser een grafiek gepubliceerd, zoals gewoonlijk op Twitter. Daarin is per uur van de dag over het gehele jaar 2021 gemiddeld. Het is een cumulatieve figuur, met bovenaan dus de totale Nederlandse produktie, daaronder verdeeld over de produktiebronnen.
Deze figuur kan na digitaliseren per uur anders gestapeld worden, zodat zoals gewoonlijk de basislast onderaan staat, en de variabele produkties meest bovenaan, zie hierna. Te zien is dat Aardgas produktie verreweg de meeste variatie moet opvangen vanuit Zon en Wind. Dat is wettelijk zo geregeld: duurzame energie mag niet worden afgeschakeld (tenzij vanwege overbelasting lokale netten) en grijze energie moet het verschil tussen de variabele vraag en de variabele duurzame produktie flexibel opvangen.
Voor deze “gemiddelde dag” zijn de cijfers voor produktie en variatie als volgt. Te bedenken is dat de dagen elk sterk variëren, zodat de Aardgas produktie soms rare sprongen moet maken, soms op niet verwachte momenten. Maar ook jaargemiddeld zijn de gemiddelde verschillen over de dag in de produktie van elektriciteit al groot:
Als groen is hier de EU-definitie gebruikt, wellicht anders in te delen naar duurzaamheid. Bijna de helft van de behoefte komt van Aardgas, terwijl Kolen inmiddels door sluitingen kleiner geworden is. Aardgas (46%) moet dus de variaties in duurzaam (24%) opvangen.
Niet-cumulatief, dus de bronnen elk apart in grafiek:
Zon is in grootte veel voltieler dan Wind, maar meer voorspelbaar en in dagproduktie groter dan Wind-op-land. Dat heeft gevolgen voor de gemiddelde elektriciteits-opwek met Aardgas:
De Aardgas produktie moet dus letten op de vraag zowel als de Zon en Wind-op-Land.
Daarbij valt op dat over het jaar 2021 gemiddeld een gemiddelde produktiedag laat zien dat Wind-op-zee nog niet zo zeer variaties over de etmaaluren kent, maar Wind-op-land kent een (gemiddeld) verschil van bijna een factor 2, waarbij de piek niet valt in de nacht, zoals wel wordt beweerd, maar juist net als zon een piek kent overdag :
Wind op land veroorzaakt gemiddeld een piek midden overdag van ca. 0.75 GW, waar de zon nog 4 GW piek aan toevoegt. Irena Renewable Markets gebruikt dit voorbeeld voor voorspelbaarheid en spreiding over de daggedeelten:
Het belang van een dubbel energiesysteem in de vorm van backup of de aanmaak van groene waterstof wordt in een ander blog besproken.